On the wreck of the Zeewijk at the Reefs

OP HET WRAK ZEEWIJCK AEN DE REEVEN

  • Sunday

    see the 4. mates still at the reef

    lee guns overboard

    let victuals drift to the reef

    the storm at its severest

    the ship taken up by breakers

    the 15th: in the morning and before the noon the wind at S:W: increasing Breeze and heavy breaking seas at daybreak see the 4. mates through God’s blessing still on the vleet who mercifully beckoned us but could not help them, since the breakers
    rolled on so strongly that we feared at every moment the ship would be smashed to pieces by them. Threw our lee-side guns overboard because the ship began to shift in such way over starboard or the lee-side that we feared we would be capsized because water and air seemed to be one element due to the severe storm and ferocious surf at sunset let half an aum with victuals float overboard that if it pleased God the 4. mates who were on the vleet might get a hold of it to keep themselves alive therewith which God
    be praised is well indeed accomplished at night the wind at S:S:W: and S:W: by S: severe storm and horrifying breakers as we have never had so heavy as this night because the ship was taken up by the breakers and hitting with great force shifted over starboard so that we who had sit before with the
    stem at W: by S:, sat by midnight towards W: by N:½N: wherefore the S:Wly: sky-high breakers ever so more fell upon our port side and we believed every moment to be swallowed up by this wild element

    Sondag den 15e:

    sien de 4. maets
    nog aen ' riff

    lij geschut overboort

    laten victualij
    na 't riff drijven

    de storm op zijn
    felst

    't schip door de
    branding opgeset

    Smorgens en voorde middag de wind Z:W: aennemende
    Coelte en swaere storting met aenbreken van de dag sien
    de 4. maets nog door godes zegen op de vleet derwelke
    ons erbarmelijk toewenkte dog konden haer niet helpen, dewijl
    de branding soo sterk aen liep dat wij vreesden alle oogenblicken
    het schip deselve zoude aen stuk geslagen werden wierpen ons
    lij geschut overboort dewijl 't schip over stuurboort of de lijkant
    sodanig begon te setten dat wij vreesden ongeslagen zoude
    worden want water en lugt scheen een Element te wesen door
    de swaere storm en felle branding met sonsondergang lieten
    een half aem met fictualij overboort drijven om of het godt
    beliefde dat de 4. maets die op de vleet waren het konden
    magtig werden om haer daer mede in 't leven 't behouden
    't welk god loff ook wel gelukt is, snagts de wind Z:Z:W: en
    Z:W:t:W: sware storm, en afgrijselijke branding soo dat wij
    nooijt soo swaer gehad hebben als dese nagt wand het
    schip wierd door de branding op geset en met groote force
    stootende over stuurboort omgeset zoodat wij die te vooren
    met de steven W:t:Z: geseten hadde saten te middernagt
    W:t:N:½N: aen waer door de Z:We: hemelhooge branding
    des te meer op ons bakboort zijde aen viel en wij alle
    oogenblicken meende door dit woeste element te

    sullen