Jan Hyblom, Lourens Fonteijne, Maarten v. Ekeren, Marcelis d'Bakker, Matthijs Laclens, Nicolaes Muers, Pieter Hoge, Pieter Luening, Theodoris Wigman, Thomas Cruijk
Jan Eijblom, Cornelus Fonteijne, Maarten v: Ekeren, Marcelis d' Bakker, Matthijs Zactens, Nicolaaes Muers, Pieter Hoge, Pieter Luening, Theodoris Wigman, Thomas Cruijk
In the afternoon, evening and early night, the wind NNW and NW, also veering SW with heavy seas. In the afternoon another volunteer named Jan d'Bruijn came to offer his services to the ship's council to make his way to the reef with the blessing of the Most High, using 2 casks lashed together and a lead line on it in order to try and take it to the top hamper if possible, but when it had been lowered aft under the stern the before mentioned Jan d'Bruijn could not get on to it, whereupon it was done by another seaman named Sander Sandersen who reached the reef on it after much trouble in making his way there; when he got there he found that the line had been cut to pieces on the jagged coral bottom, so that it was no use any longer and we had to let the man mentioned spend the night in the top hamper without being able to offer him any help.
gaad een matroos 2. lidige leggers na - 't riff toe
na de midd: tsavonts en in de voornaght de wind N.N.W. en N.W. ook Z.W. schietende met een sware storting na de midd: quam weder een vrijwilliger gen:t Jan d' Bruijn die aan den scheepsraad zijn dienst presenteerde onder den zegen des allerhoogsten na 't riff toe te gaan met 2. ledige leggers aan den anderen gesort en een loodlijn daarop om zoo het mo= gelijk was die aan de vleet te brengen dog agter uijt off ander het agter schip geviert zijnde konde de voornoemden Jan d' Bruin daar niet op komen dog wierd door den matroos Sanders Sandersen uijt gewerpt die daarmede op t riff quam na veel moeijtens daartoe gedaen hebbende en daar gecomen zijnde bevond de lood lijn aan stucken te zijn door de scherpe corael grond zoo dat wij daar vorder niet meer mede conden uijt werken en den voorn:den persoon op de vliet moesten laten overnagten sonder hem eenige hulpe te konnen
