• Tuesday 19 do:

    In the afternoon the weather became somewhat calmer. Raised our topsails again; the wind S: stiff topsail breeze with some drizzle, heavy swell; did our best to reach the coast. Fine weather throughout the night.

    dingsdach 19 d:o

    smiddachs nam het weer wat oft hebben onse marseijl neder bij gemaackt den windt Z: stijve topsteijls koelte altemet wat mot regen holwater deeden onsen best omden wal te becoomen des geheele nacht moij weder

  • Wednesday 20 do:

    The wind S:S:W: to S:W: with fine weather slight topsail breeze; remained on our easterly course in order to reach the coast with God's help; saw also some black gulls. We cast the plumb line in the evening but could not reach the bottom. The whole night fair weather. From a sighting 11 degrees 45 minutes.

    Woensdach 20 d:o

    den windt Z:Z:W a Z:W met moij weder slappe topseijl koelte bleven bij onse oosten cours om alsoo het landt te bekoomen met Godes hulpe sagen mede swarte meeuwen hebben des avondts ons loot geworpen maer konden geen grondt bekoomen des geheele nacht tamel:n weder door een peijlingh 11 graden en 45 minuten

  • Thursday 21 do:

    The wind W:S:W: to S:W: with fine weather heavy seas; set our course E: 1/2 S: because we were afraid of being forced N: which we could firmly believe, because the wind blows mostly from a southerly direction and the current flows mainly N:. For as long as we have been sailing the wind has blown mostly from the S: and it behooves all seafaring people to pay attention to the southerly winds at this time of the year; in this waterway if one wants to reach the Southland it must always be approached from the south.

    donderdach 21 d:o

    den windt W:Z:W a Z:W: met moij weder slecht water stelden onse cours O: 1/2 Z: aan omdat wij benouden omden N: getrocken te wesen gelijck oock vast staet te gelooven want uijt oorsaeck dat den windt meest uijt de Zuidelicken handt waijt en het water soo omden N: drijft want soo langh als wij op de reijs sijn geweest heerst den windt meest naer het Z: gehangen en al de zeevarende persoonen sullen hebben te letten op de zuijdelijcke winden in dit getij van t jaer dit vaerwater moeten waren om het Z: landt aen te doen ende te becoomen omden Z: altijt te bevonden

  • Friday 22 ditto

    These 24 hours the wind S: west to W:S:W: light breeze fine weather; found through a sighting 9 degrees 45 minutes N:W:. Cast our plumb line but could not reach the bottom; remained on our course.

    Vrijdagh 22 ditto

    dat etmael den windt Z:west a W:Z:W labber koelte moij weder bevonden door een peijlingh 9 g:r en 45 minuuten N:W: steeringh hebben ons loot geworpen maer konden geen grondt becoomen, bleven bij onsen eersten coers

  • Saturday 23 ditto

    The wind W:S:W: light breeze, fine weather; found through two sightings 9 degrees 27 minutes N:W:, rough seas. Saw some leaves from trees floating and some duckweed with round flowers or buds arranged in larger and larger concentric circles; also caught a dorado [fish]. In the evening we found our mean longitude and latitude to be 130 degrees 20 minutes longitude, 33 degrees 12 minutes latitude. We cast the plumb line but

    Saterdach 23 ditto

    den windt W:Z:W: met laber coelte moij weder bevonden door 2 peijlinghs 9 g:r 27: minutten N:W: ste[rck] met slecht water sagen eenige bladen van boomen drijven oock meede croos met ronde bloesies ofte katopiens van groote al groote kinckeren in het rondt hebben mede een doradus gevangen hebben des avonts onse middellenckte en breete vereffen bevonden 130 g:r en 20 minutten lenckte te wesen en 33 g:r 12 minutten breete hebbe geloot maer